
Pretparken, ik ben er niet zo’n amateur van. Mensen lijken soms te vermoeden van wel, waarschijnlijk omdat ik er al wel wat heb bezocht. Veel heeft te maken met verliefd worden op een man die gefascineerd is door de figuur van Walt Disney. Gelukkig het soort fascinatie dat zich beperkt tot boeken en documentaires en zijn zoon Walt als tweede naam geven. Geen Disney-pyjama’s en verzamelingen te bespeuren in de crib, vooralsnog. Als hij zich er toch ooit aan zou wagen (wat ik betwijfel) moet ik gewoon om de vijf minuten Eurodisney zeggen als ik het over Disneyland Parijs heb, en ik weet dat hij van miserie gaat plooien. Zo mee op zijn paard te krijgen, die mens, het is aandoenlijk.
Als ik al een pretpark bezoek, dan dus liefst op dagen met zo weinig mogelijk volk. Hoe ouder ik word, hoe minder ik met drukte kan of wil omgaan, merk ik. En dan heb je dus plots kinderen waarmee je alleen op reis kunt in het hoogseizoen.
Bliss.
Legoland was Youri zijn kinderdroom, ik heb even veel met Legoblokken als met distributieriemen.
Tot ik de Netflix-documentaire over Lego House zag, dus. Dat zag er toch wel erg cool uit. Zo cool dat ik er ook een dag Legoland voor over had.
Vanuit de luchthaven van Kopenhagen is het een uur of drie en half rijden naar Billund, waar de LEGO-steen geboren werd. Het plan: de eerste dag Legoland, de tweede Lego House, met een nachtje op hotel ertussenin.
Na Lego House doorrijden naar ons huisje in Zweden.
Zo geschiedde.

Dingen die me opvielen aan Legoland:
• dat het -in tegenstelling tot mastodonten van parken als Disneyland- bescheiden naast de weg ligt, met een parking aan de overkant van de straat, en dan direct de inkom. Ik vond dat verfrissend. En sympathiek.
• dat je er heel de dag door gratis drinkwater kon tanken aan kraantjes doorheen het park. Het was zeer heet, dat was zo aangenaam.
• dat het er zo fijn rondlopen was. Duploland was één en al nostalgie, alles van Legosteentjes was indrukwekkend en tof, er waren heel wat leuke attracties, de wachttijden vielen al bij al wel mee, en onze eerste dag werd er zo eentje om in te kaderen. Rondlopen in een pretpark is zelden een cadeau voor mij, maar ik heb mijn ogen heel de dag de kost gegeven en oprecht genoten.



Ik lees dat sommige mensen het vinden tegenvallen wegens verouderd en weinig zotte attracties, maar dat gevoel had ik niet. Het is maar wat je verwachtingen zijn, natuurlijk. Die van mij lagen niet torenhoog, wat altijd een goede strategie is. En ja, het helpt als het heel de dag zon is en bijna dertig graden.

Ons hotel lag op een boogscheut van het park, knal aan de luchthaven van Billund. Ideaal dus om ’s avonds en aan het ontbijt nog vliegtuigen te gaan spotten.


Kleine teaser: Lego House was te indrukwekkend om in een post te worden gecombineerd met Legoland. Dat krijgt binnenkort zijn eigen post.